Daar is ze dan. Tante Fien van Ome Piet. Leeftijd 90 jaar.
Ze werd geboren te Heythuysen op 25 mei 1916. Toen ze trouwde met oom Piet gingen ze wonen in Haelen, aan de Rijksweg, de latere Napoleonsweg genaamd. In Haelen had tante Fien het goed naar de zin. Maar in Roggel lagen de wortels van ome Piet. Hij ging elke zondag op de fiets en later met de auto, naar Roggel naar de kerk. Doch daar was ook nog een andere reden voor deze tocht. Dat waren de klanten voor zijn handel, dus eten voor ons. Toen wij als kinderen konden fietsen gingen we geregeld mee. Wij gingen dan naar "De Laak" naar opa en oma. En tante Fien moest dikwijls lang wachten met haar zondagse soep.
In Roggel was ook een bongerd, heerlijke appels hingen daar aan de bomen. In 1955 werd er op een gedeelte hiervan een huis gebouwd en we vertrokken naar Roggel. Het had lang geduurd eer de kogel door de kerk was, wat het volgende dilemma opleverde.
In 1953 kwam het moment, dat ik (Anny) naar het vervolgonderwijs moest. Werd het Roermond of werd het Heythuysen waar ik de MULO zou gaan volgen? Er werd voor Heythuysen gekozen, want er zou toch snel verhuisd worden naar Roggel en dan was Heythuysen dichtbij. Dat kwam er dus niet van, maar ik heb altijd genoten van mijn fietstocht van Haelen naar "De Kreppel" in Heyhuysen.
Toen kwam de verhuizing en we kregen een mooie plek om te wonen op de Grote Laak te Roggel in de bongerd. Tante Fien was nog altijd een "Heyterse" en zou nooit een "Roggelse" worden. Ik bleef altijd met mijn roots in Haelen.
Na de dood van ome Piet (augustus 1992) veranderde tante Fien van woonplek en kwam terecht midden in Roggel. Waar ze een zeer aktief leven leidde. Tot op een slechte dag en tante Fien viel met de fiets. De fiets werd opgeruimd. Ze had niets gebroken, maar het werd toch inleveren. Zo begonnen de mankementen te komen, maar Tante Fien krabbelde steeds weer overeind.
Dit jaar in maart opnieuw een storing en toen werd het voor ons kinderen, wat we al langer gedacht hadden, maar geen zekerheid in kregen, want tante Fien was een kei in de omzeilingtechniek geworden, duidelijk, dat ze niet op de goede plek was om onbezorgd verder te leven. Er werd gezocht naar een oplossing voor dit probleem.Ze was inmiddels ook gestopt met zingen, koersballen, kegelen en kienen. Met zwemmen was ze al een tijd eerder opgehouden. "Te omslachtig allemaal" vond ze. Beek en Bos in Heythuysen kwam in beeld. Om alvast te wennen, ging ze twee dagen naar de dagbehandeling. Dat beviel haar wel en ze ontmoette steeds meer kennissen van vroeger.
Nu is ze vanaf 15 september j.l. bewoonster van Beek en Bos (kamer 230) en Tante Fien woont weer in haar dorp waar ze vandaan kwam en altijd hoog hield t.o.v. Roggel. Maar wat zegt tante Fien, nu de eerste hobbels genomen zijn en de rust een beetje terug gekeerd is:"ik zit hier goed, maar mijn hart is in Roggel". Niets zo veranderlijk als een mens, blijkt wel weer.
Ze werd geboren te Heythuysen op 25 mei 1916. Toen ze trouwde met oom Piet gingen ze wonen in Haelen, aan de Rijksweg, de latere Napoleonsweg genaamd. In Haelen had tante Fien het goed naar de zin. Maar in Roggel lagen de wortels van ome Piet. Hij ging elke zondag op de fiets en later met de auto, naar Roggel naar de kerk. Doch daar was ook nog een andere reden voor deze tocht. Dat waren de klanten voor zijn handel, dus eten voor ons. Toen wij als kinderen konden fietsen gingen we geregeld mee. Wij gingen dan naar "De Laak" naar opa en oma. En tante Fien moest dikwijls lang wachten met haar zondagse soep.
In Roggel was ook een bongerd, heerlijke appels hingen daar aan de bomen. In 1955 werd er op een gedeelte hiervan een huis gebouwd en we vertrokken naar Roggel. Het had lang geduurd eer de kogel door de kerk was, wat het volgende dilemma opleverde.
In 1953 kwam het moment, dat ik (Anny) naar het vervolgonderwijs moest. Werd het Roermond of werd het Heythuysen waar ik de MULO zou gaan volgen? Er werd voor Heythuysen gekozen, want er zou toch snel verhuisd worden naar Roggel en dan was Heythuysen dichtbij. Dat kwam er dus niet van, maar ik heb altijd genoten van mijn fietstocht van Haelen naar "De Kreppel" in Heyhuysen.
Toen kwam de verhuizing en we kregen een mooie plek om te wonen op de Grote Laak te Roggel in de bongerd. Tante Fien was nog altijd een "Heyterse" en zou nooit een "Roggelse" worden. Ik bleef altijd met mijn roots in Haelen.
Na de dood van ome Piet (augustus 1992) veranderde tante Fien van woonplek en kwam terecht midden in Roggel. Waar ze een zeer aktief leven leidde. Tot op een slechte dag en tante Fien viel met de fiets. De fiets werd opgeruimd. Ze had niets gebroken, maar het werd toch inleveren. Zo begonnen de mankementen te komen, maar Tante Fien krabbelde steeds weer overeind.
Dit jaar in maart opnieuw een storing en toen werd het voor ons kinderen, wat we al langer gedacht hadden, maar geen zekerheid in kregen, want tante Fien was een kei in de omzeilingtechniek geworden, duidelijk, dat ze niet op de goede plek was om onbezorgd verder te leven. Er werd gezocht naar een oplossing voor dit probleem.Ze was inmiddels ook gestopt met zingen, koersballen, kegelen en kienen. Met zwemmen was ze al een tijd eerder opgehouden. "Te omslachtig allemaal" vond ze. Beek en Bos in Heythuysen kwam in beeld. Om alvast te wennen, ging ze twee dagen naar de dagbehandeling. Dat beviel haar wel en ze ontmoette steeds meer kennissen van vroeger.
Nu is ze vanaf 15 september j.l. bewoonster van Beek en Bos (kamer 230) en Tante Fien woont weer in haar dorp waar ze vandaan kwam en altijd hoog hield t.o.v. Roggel. Maar wat zegt tante Fien, nu de eerste hobbels genomen zijn en de rust een beetje terug gekeerd is:"ik zit hier goed, maar mijn hart is in Roggel". Niets zo veranderlijk als een mens, blijkt wel weer.
Anny.